Emoties

We hebben het gevoel dat de mens egoïstisch is en dat hij ertegen moet vechten om meer deugdzaam te zijn. We bewijzen dat het onderwerp anders is door de ontwikkeling van de neurowetenschappen. Het heeft niet zozeer te maken met deugd, maar met de behoeften van de mens om te overleven.

Het vermogen om verder te kijken dan jezelf is een eigenschap van geëvolueerde intelligentie.En zo is pas onlangs bewezen dat door het verhogen van serotonine het geluksgevoel toeneemt. - De enige acceptabele zelfzucht is dat iedereen zich beter voelt.

-Jacinto Benavente-
Dit alles wordt bevestigd door Matthieu Ricard, de Franse moleculair bioloog die een boeddhistische monnik werd. Hij is de zoon van Jean-François Revel, de beroemde Europese filosoof. Ricard was een gerenommeerd wetenschapper. Hij nam deel aan een prestigieus hersenonderzoek in de Verenigde Staten. Daarna verhuisde hij naar Nepal, nam de levensstijl van de plaats over en bleef daar.

Alleen aan zichzelf denken leidt tot verslechtering

Matthieu Ricard is ervan overtuigd dat

egoïsme vooral een bron van ongeluk is. Het feit dat het I in afwachting is van het 'ik', dwingt de persoon om een ​​paranoïde positie in te nemen. Zonder het te beseffen, moet je voortdurend nadenken over hoe je dit zelf kunt behouden of hoe je het kunt verhogen, hoe je het kunt laten prevaleren boven anderen. Het resultaat van alleen aan jezelf te denken is dat je vervuld bent van angst.

Liefhebben is breken met dit 'ik', om het te laten verdwijnen in anderen. Egocentrisme leidt ertoe dat je barrières opwerpt. Het maakt je zo verdedigend. Je voelt je tot op zekere hoogte bedreigd en alleen. Als je veel tijd doorbrengt met het rondhangen van ideeën die alleen rond jezelf draaien,

beperkt het ook je perceptie van de wereld. Deze gewoonte maakt het moeilijk om vanuit een ander oogpunt naar de werkelijkheid te kijken. Het beschermt je tegen verrassing. Het maakt je emotionele ervaring zeer beperkt en maakt je gemakkelijk ongevoelig. Egoïsme leidt tot ongeluk

Voor Matthieu Ricard is de mens een wolf met twee gezichten. Aan de ene kant is er een wrede wolf, die alleen aan zichzelf denkt. En van de andere is er een wolf die voor zijn roedel werkt. Welke wint? Degene die het best wordt gevoed.

Voor deze boeddhistische monnik leidt alleen aan zichzelf denken tot luiheid. Stel je ook voor hoe gemakkelijk het is om van nietsdoen naar wreedheid te gaan. In deze toestand verschijnen alleen gedachten van onverschilligheid of haat. Men begint anderen te haten als een strategie om zichzelf te verheffen. De rest is slecht en ze is goed. De anderen hebben geen manier, alleen zij ziet het licht.

Wanneer de persoon verstrikt raakt in deze dynamiek, gaat de glimlach uit.

Irritatie wordt een normale gemoedstoestand. De rest is niet de bron van geluk, maar van jammerklachten. Iedereen irriteert, iedereen staat in de weg; iedereen die niet de functie vervult van het bevredigen van zijn eigen ego. Onder deze omstandigheden is bitterheid slechts een stap verwijderd.Altruïsme is een hoger niveau In zijn laboratorium, toen hij hersenonderzoek deed, kon Matthieu Ricard bewijzen dat

anderen helpen mensen heel blij maakt.

Sterker nog, meer steun bieden is een methode om de geest van depressieve mensen op te heffen. Met solidariteit gebeurt het tegenovergestelde van wat er gebeurt met egoïsme. Hoe altruïstischer een persoon is, hoe meer de wereld hem sensibiliseert.De geest en het hart openen zich om de realiteit van anderen te begrijpen

en dit maakt de persoon ontvankelijker en intelligenter. Het stelt je ook in staat om de wereld vanuit verschillende gezichtspunten te zien en dit verrijkt de emotionele wereld van de persoon. Daardoor kunnen ook relaties van hogere kwaliteit worden opgebouwd. Voor Matthieu Ricard wordt de hoge mate van solidariteit compassie genoemd. Deze monnik vestigt de aandacht op een historisch feit. De wereld is vooruitgegaan in steeds uitgebreider vormen van mededogen. Mensenrechten, vrouwenrechten en, meer recent, dierenrechten, zijn hier het bewijs van. Voor deze boeddhistische monnik is already al een grote revolutie in de wereld begonnen: die van mededogen.

Hij zegt dat dit op korte termijn voorwaarden zal scheppen voor economische verbetering. Op middellange termijn zal het leiden tot een verbetering van de kwaliteit van het leven en op de lange termijn zal het het behoud van het milieu bereiken. Hij verzekert ons dat we geleidelijk zullen beseffen dat de mensheid maar één manier heeft om door te gaan: samenwerken.