Mijn extravasate

Mijn extravasatie past niet in een glas water. Noch in twee glazen. Het past niet in grote flessen, het past niet in een vrachtwagen, het past niet in een hele buurt, of in een specifieke stad. Het past niet in mij.

Mijn extravasaat is goud en zilver, het is eindeloos, het is allemaal tegelijk. Het is een hap en een maaltijd, het is alles bij elkaar, gemengd, het is pijn en liefde, het is vol, het is krachtig, het heeft geen dimensie. Het is zo'n een lekkage, het laten vallen van de sluizen van dammen, die niet verbonden is of veilig, waardoor de wereld loopt, dat door alles heen loopt: vloeibaar en dicht, materie of alcohol, warm in de kou en ijzige heet. Mijn innerlijke deuren die je voorbereiden, want waar je ook gaat, je hebt niet wat niet neemt of transformeert.

Mijn vent is grimmig textuur

In vol ziel van borrelende vreugde, is overweldigend pijn, alle grotere, dimensionale mate van lenzen, het is niet de geest die willen vliegen: is moet je om los te breken. Het is een verlangen dat door de aderen stroomt, wat niet bij de wereld past, maar die de wereld kan zijn. Het is een rotatievibratiegevoel, fenomenaal, enorm: de afgrond is slechts een van zijn stappen.

Mijn vent is gek op de natuur, zinloos en doelloos, breekt de kettingen en loopt altijd vooruit, de takken en de bloemen geplet in hun genadeloze voeten in zijn krankzinnige run na haar zonder het te weten. Het is gek en liefdevol, het is goddelijk en demonisch, het is honger en voedsel, kent geen grenzen om naar de hemel te gaan noch een ijzer harnas dat het in me vasthoudt.

Mijn extravasatie is abnormaal. Hij is een psychopaat die wil doden, een engel die hij wil koesteren. Het heeft geen naam niet stoppen, niet rang in zijn eeuwige groove onvertaalbaar, de vloer van mijn hart, waar hij planten om de absurd, elk groter zijn droom dan de andere, alle behoeftes per ongeluk elke eindeloos begin, geen moed moed, liefde zonder tijd, zonder kracht.

Mijn extravasatie is prachtig! perfect; hij slaat me, hij behaagt me, hij gooit me neer. Hij voedt me, hij sleept me, hij kalmeert me en zet me in brand. Hij is wat ik nog over heb om mezelf te zijn, om te weten waar ik heen ga en dat, zelfs zonder het te weten, ik altijd ga, wetend dat diep van binnen, mijn extravasaat precies weet wie ik ben.En het is overvol, hoe gaat het?

Welke kleuren en welke afmetingen heeft het? Nooit gezien? Oh, dus je moet teruggaan. Je moet hem ontmoeten, hem aanraken, hem onder ogen zien en ... hem eruit laten!