Theory of mind: het startpunt van empathie

De theory of mind of ToM verwijst naar het vermogen om de eigen en andermans gedachten weer te geven. Dit is wat ons in staat stelt om gedrag te interpreteren en te voorspellen door de mentale toestanden die we schrijven. Deze mentale toestanden kunnen gevoelens, gedachten, overtuigingen, verlangens, etc. zijn Om dit te begrijpen, zullen we een eenvoudig voorbeeld analyseren.Stel je voor dat je uit het raam kijkt en je buurman uit de poort ziet komen, dan steekt hij zijn handen in zijn zakken. Draai je dan om en ga opnieuw waar je woont. Het is waarschijnlijk niet zo moeilijk om dit gedrag te begrijpen, je zult denken dat hij iets vergeten is. Dit komt omdat je in zijn gedachten kwam en het gedrag interpreteerde. Dit is het vermogen dat in de psychologie wordt behandeld onder de reikwijdte van de theory of mind.

De theorie van de geest als een conceptueel systeem

De ToM komt voort uit de stroming van het constructivisme, waarin

de mens wordt gezien als een wetenschapper die een intuïtieve theorie van een op concepten gebaseerde werkelijkheid creëert. Om deze reden gaat ToM ervan uit dat alle ideeën en ideeën over de geest een geweldig conceptueel systeem vormen. We zeggen dat iets een conceptueel systeem is wanneer we op het moment van definiëren, in plaats van een expliciete definitie hebben, een netwerk van onderling verbonden concepten hebben die het definiëren. Er zijn twee fundamentele aspecten om dit conceptuele systeem te begrijpen:

Het interpretatieve karakter:

  • We spreken van de concepten die we gebruiken om de mentale toestand weer te geven. Het zou de inhoud zijn die ons de middelen geeft om de mentale realiteit te bouwen. Het inferentiële teken:
  • hier zou alle logische relaties tussen concepten invoeren. Deze relaties leiden ons om toekomstig gedrag te verklaren en te voorspellen via de oorzaak-gevolg relatie. Dus we kunnen de theorie van de geest definiëren als een cognitief systeem dat, via een conceptuele basis en enkele inferentiemechanismen, de functie vervult van het interpreteren, voorspellen en behandelen van gedrag.

Uit deze definitie kan worden afgeleid dat de geest is wat waarneming en actie verenigt: als we de geest van een individu kunnen vertegenwoordigen, kunnen we zijn gedrag afleiden. De geest als een bemiddelaar van gedrag Maar hier komt de vraag:

hoe doet de geest om bemiddeling en actie te bemiddelen en wat kunnen we daaruit afleiden?

Om dit te begrijpen, is het belangrijk om te begrijpen hoe we in staat zijn om, alleen door de gedachten van een persoon te begrijpen, op hun gedrag te anticiperen. De psycholoog Rivière heeft samen met zijn collega's een causale theorie van ToM ontwikkeld die dit probeert uit te leggen. Volgens deze theorie begint alles omdat we door perceptie overtuigingen genereren over de werkelijkheid.

Deze overtuigingen, samen met onze educatieve en biologische voorzieningen, zouden enkele verlangens voortbrengen. Deze verlangens zouden op hun beurt onze overtuigingen veranderen om hun vervulling te begunstigen. En deze wisselwerking tussen overtuigingen en verlangens zou aanleiding geven tot een reeks van gedragingen met als doel het realiseren van verlangens. Dit model heeft een gat: het is te simplistisch om de realiteit van gedragsproductie te verklaren. Maar het is niet nodig om vanuit een wetenschappelijk perspectief te zien, omdat we op zoek zijn naar de redenering die het brein doet, niet de realiteit. Het lijkt erop dat dit de theorie is die onze hersenen gebruiken om het eigen gedrag en dat van anderen te interpreteren en hierop te anticiperen. Het kan zijn dat precisie ontbreekt en dat dit in sommige situaties tot fouten leidt, maar het is een snelle snelkoppeling die vele malen voorkomt. Ontwikkeling van de theory of mind

De ToM zou geen capaciteit zijn waarop we sinds onze geboorte konden rekenen. Het zou in feite een manier van werken zijn waarmee de meesten van ons het potentieel zouden krijgen; dat wil zeggen, alsof het vooraf is geïnstalleerd. Deze pre-installatie, sprekend in de informatica, om een ​​echte installatie te worden, vereist stimulatie in bepaalde gevoelige perioden van onze ontwikkeling.

De beginleeftijd van de theory of mind - waarin de faciliteit is voltooid - wordt geschat tussen 4-5 jaar, wanneer kinderen de 'false belief'-tests beginnen op te lossen. Dit vermogen verschijnt pas op deze leeftijd omdat het kind eerst een serie concepten moet ontwikkelen.

Share

Om ToM te gebruiken, moet een kind twee aspecten ontwikkelen:Een geïntegreerd idee van verlangensovertuigingen:

het kind moet begrijpen dat mensen hun gedrag bepalen door hun eigen verlangens en overtuigingen. In dit opzicht moeten ze leren dat overtuigingen misschien niet waar zijn en dat verlangens mogelijk niet worden gerealiseerd.

  • Dat er een subjectieve situatie is die tegenover een objectieve realiteit staat: het kind moet begrijpen dat het gedrag wordt bepaald door de subjectieve evaluatie van de werkelijkheid. Daardoor zal ze kunnen nadenken over het bestaan ​​van valse overtuigingen en de rede van hen.
  • Bovendien betekent het niet dat het, eenmaal de theory of mind is ontwikkeld, een passief proces van de mens is. Dit vermogen beïnvloedt de ontwikkeling van andere vaardigheden, sommige zeer noodzakelijk voor mensen; onder hen empathie. Wanneer het kind de overtuigingen en verlangens van anderen begint te begrijpen, begint het zichzelf correct in de huid van andere mensen te plaatsen: een essentieel aspect voor een goede ontwikkeling van empathie.