Determinisme is een filosofie die is gebaseerd op het idee dat alle fysieke gebeurtenissen vooraf zijn bepaald. Dat alles voortkomt uit een onvermijdelijke keten van oorzaken en gevolgen. We kunnen vele soorten determinisme vinden: religieus, economisch, genetisch, etc. Laten we in dit artikel praten over mechanistisch determinisme. Zijn we vrij om beslissingen te nemen? Is ons leven vooraf bepaald? Veel denkers en filosofen hebben deze vragen door de geschiedenis heen gesteld. Vrije wil - en alles wat zijn bestaan veronderstelt - is door de geschiedenis heen een interessant filosofisch thema geweest: onze subjectieve ervaring duidt keuzevrijheid aan, maar wanneer men de hersenen bestudeert, zijn er veel aanwijzingen die wijzen op een sterke mechanistische conditionering.
Mechanistisch determinisme is gebaseerd op het idee dat de mens als een machine is. Zo zouden de hersenen een hulpmiddel zijn dat in staat is om een reeks stimuli te ontvangen, deze te verwerken en andere stimuli te produceren. Vrije wil is slechts een illusie gevormd door het feit dat de processen tussen de input en de uitgang van stimuli onbekend zijn.
In dit artikel zullen we, om mechanistisch determinisme te begrijpen, twee aspecten onderzoeken: ten eerste zullen we spreken over de principes en redenen die ons ertoe brengen een determinisme te bedenken; dan zullen we spreken van de paradox van de homunculus toegepast op de vrije wil. Principes en redenen om te geloven in mechanistisch determinisme
Het idee om de menselijke geest als een machine te begrijpen, wordt geboren door de computationele theorie van de geest, van de cognitieve psychologie. Door deze theorie vergelijkt de cognitieve psychologie de hersenen met een microprocessor, vertrouwend op het idee dat al het menselijk gedrag kan worden verklaard door een reeks algoritmen en mentale processen. Om deze reden werd het menselijk brein gelijkgesteld aan een Turing-machine.
Hoewel de computationele theory of mind tegenwoordig verouderd is - dankzij de nieuwe connectionistische modellen - heeft het ons een goede weerspiegeling nagelaten. De vooruitgang van de psychologie stelt ons in staat om steeds meer de processen uit te leggen en de mysteries van de geest te ontrafelen.
Gedragingen die eerder aan vrije wil werden toegeschreven, kunnen nu worden uitgelegd aan de hand van een aantal goed gedefinieerde processen. Dit alles brengt ons ertoe onszelf serieus af te vragen of menselijk gedrag eigenlijk niet meer is dan een reactie op een keten van oorzaken en gevolgen, of dat er werkelijk een "ik" is in ieder van ons die de beslissingen neemt. Laten we ons voorstellen dat we in staat waren om alle variabelen die invloed hebben op menselijk gedrag en hoe het gebeurt, te kennen. Kunnen we volledig en zonder twijfel voorzien wat het gedrag zou zijn van elk individu (van jou, van mij)? Het antwoord op deze vraag lijkt een "ja" te zijn, maar op deze manier ontkennen we het bestaan van vrije wil, omdat we de toekomst vooraf kunnen bepalen. Bovendien tonen neurowetenschappelijke studies aan dat onze hersenen beslissingen nemen lang voordat we ze kennen. Deze resultaten zorgen ervoor dat we ons de reden vragen voor het bestaan van bewustzijn.
Tegenwoordig is het moeilijk om te bepalen of onze geest deterministisch is of niet. De psychologie gaat er echter van uit dat gedrag kan worden voorspeld met een zekere foutmarge. Daarom is de deterministische theorie erg nuttig voor dit onderzoek. De paradox van de homunculus in vrije wil
Als laatste reflectie op het determinisme zou ik de paradox van de homunculus willen voorstellen. Dit presenteert zichzelf als een theoretische onverenigbaarheid tussen psychologie en het bestaan van vrije wil.
Bij veel gelegenheden kan het reflecteren op een paradox ons helpen onze fouten waar te nemen en nieuwe cognitieve richtingen of theoretische perspectieven te nemen. De paradox van de homunculus is gebaseerd op het volgende: de psychologie stelt voor dat elk gedrag of geestelijk proces kan worden beschreven en uitgelegd, en de vrije wil zegt dat we de vrijheid hebben om te kiezen welk besluit we moeten nemen. Dus dit zou ons ertoe brengen te denken dat er in ons brein "iets" is dat beslist; naar dit iets dat we homunculus zullen noemen, omdat het zou zijn als een ander mens die de beslissingen in ons neemt.Wel, als de homunculus degene is die ons keuzevrijheid geeft, wie geeft hem dan de vrije wil?
We zouden kunnen zeggen dat er binnen deze homunculus nog een homunculus is die de beslissingen neemt; maar vanuit deze verklaring zouden we vervallen in een
oneindige paradox van homunculi . We zouden de menselijke geest vergelijken met de matrioskas-poppen. Mechanistisch determinisme stelt een bruikbaar paradigma voor om de psychologische realiteit te interpreteren. Bovendien lijken de bewijzen die we tegenkomen, samen met theoretische onverenigbaarheden, ons ernaartoe te leiden. We moeten echter niet blindelings vertrouwen; Het is waarschijnlijker dat de realiteit veel complexer is en zich niet in een van de twee uitersten bevindt (determinisme en vrije wil) die het continuüm trekken.